Hageland
Het Hageland is een streek in Oost-Brabant en een klein deel in het westen van Limburg in Vlaanderen. Het is het gebied tussen de steden Aarschot, Leuven, Tienen en Diest, en meer precies tussen de rivieren Dijle, Demer, en Gete.
Grondgebied[bewerken]
Het Hageland wordt in het zuiden begrensd door de heuvelrug van Pellenberg en in het zuidoosten door de loop van deVelpe. Het gebied ten zuiden van deze lijn wordt in toeristische publicaties vaak bij het Hageland gerekend, maar sluit landschappelijk meer aan bij Droog (Tienen, Hoegaarden, Landen) en Vochtig (Zoutleeuw) Haspengouw. De oostgrens van het Hageland wordt gevormd door de Gete en de noordgrens door de vallei van de Demer. Onder het Franse bewind werd een klein deel van het Hageland afgescheurd van de provincie Brabant en bij Limburg gevoegd. Dit deel vormt de huidige stad Halen. Landschappelijk heeft het Hageland veel gemeen met de Toscane in Italië, dit geldt ook voor het aangrenzende Droog-Haspengouw.
Over een nauwkeurige afbakening van het Hageland bestaat geen eensgezindheid, maar het is duidelijk dat de omschrijvingen van zowel Toerisme Hageland[1] als van Regionale Landschappen Vlaanderen[2] (Noord- en Zuid-Hageland), die zij hanteren om organisatorisch-commerciële redenen, te ruim is. De woondorpen Langdorp, Gijmel, Wolfsdonk, Begijnendijk, Betekom, Molenstede, Werchter, Averbode, Testelt, Okselaar, Deurne, Tremelo en Baal zijn ontegensprekelijkKempisch; Hoegaarden, Landen en Zoutleeuw zijn dan weer Haspengouws. De afbakening door de vakgroep Geografie aan de Universiteit Gent onder leiding van Marc Antrop (Studie: Traditionele Landschappen in Vlaanderen[3]) leunt dichter aan bij de realiteit omdat ze geen rekening houdt met organisatorisch-commerciële doeleinden; voor Het Hageland wordt de volgende definitie gehanteerd onder "structurele hoofdkenmerken": Heuvelland met parallele structuur van (beboste) ruggen en valleien met rijbewoning op de overgang. Subeenheden bepaald door de bodem-gesteldheid; het zuidelijk deel gaat geleidelijk over in de Brabantse en Haspengouwse leemplateaus; duidelijke begrenzingen door de valleien van de Dijle en Gete.
Geschiedenis[bewerken]
De benaming is niet zeer oud. Frans Claes stelt dat de oudst bekende attestatie, het Hagelant, uit 1528 dateert.[4]
De naam Hageland betekent niets meer dan land begroeid met dicht kreupelhout ("hage"). De naam werd gegeven toen, na de grote ontginningen in demiddeleeuwen, het Hageland als enig bosrijk gebied in het hertogdom Brabant was overgebleven.
De geschiedenis en heemkunde van het Hageland wordt beschreven in het tijdschrift Oost-Brabant.
Bezienswaardigheden[bewerken]
- Diest, Aarschot, Tienen, Halen en Zoutleeuw zijn historische stadjes. Enkele bezienswaardigheden zijn de abdij van Averbode, de basiliek van Scherpenheuvelen het kasteel van Horst.
- In de boeken van Ernest Claes vind je typische verhalen over het leven in het Hageland van het begin van de 20e eeuw.
- De regio is erg heuvelachtig. Al deze heuvelruggen zijn getuigenheuvels. In tegenstelling tot het Haspengouwse land, is de Hagelandse bodem tamelijk onvruchtbaar.
- Het Hageland met zijn Diestiaanse grond is het eerste officieel erkende wijngebied in België. De zuiderhellingen van de Hagelandse heuvels zijn dan ook ideaal om wijngaarden op aan te planten.